Maandenlang en zestien uur per dag werd Chandramma gedwongen om te werken in een zijdefabriek in Zuid-Azië. Ze probeerde te ontsnappen, maar die poging mislukte. Haar baas zette het haar betaald. Zes maanden lang werd ze met haar zoontje opgesloten in een donkere cel.
Als jong meisje was ze al vertrouwd met zijde spinnen. Ze ging niet naar school, maar bracht haar kindertijd door met het oprollen, weven en spinnen van zijdevezels die uit de cocons van zijderupsen werden geoogst. Op haar vijftiende werd ze uitgehuwelijkt en kort daarna kreeg ze haar eerste kind, een kind dat ze vier jaar later verloor.
Even leek er hoop aan de horizon te gloren toen ze haar tweede kind kreeg, Hemanth, maar ook dat geluk bleek vluchtig te zijn. “Geluk kwam in mijn leven altijd alleen als een tijdelijke bezoeker,” blikt ze terug.
Kort na de geboorte van haar tweede kind, liet haar man haar in de steek. Ze stond er alleen voor om haar kleine gezin te onderhouden. Met tijdelijke baantjes in zijdefabrieken probeerde ze de eindjes aan elkaar te knopen. Op een dag beloofde een arbeidsbemiddelaar haar en haar zus Girijimma een baan met een stabiel inkomen. Die kans kon ze niet laten lopen, dacht ze.
Het werk was verschrikkelijker dan ze ooit had meegemaakt. Zestien uur per dag moest ze zijdevezels spinnen, tot haar handen volledig verkrampt en verwond waren. Ze probeerde te ontsnappen, maar dat mislukte. Er volgde een zware straf. Zes maanden lang werd ze opgesloten in een kleine, donkere cel, met haar vier jaar oude zoon Hermanth naast haar. “We smeekten om vrijgelaten te worden,” herinnert te ze zich. “Maar er reageerde nooit iemand.”
Zes maanden lang moest ze onmogelijke beslissingen nemen voor haar kind. Moest ze hun waterrantsoen van twee liter gebruiken om uitdroging tegen te gaan, of moest ze haar zoon in bad doen om verdere pijnlijke uitslag en steenpuisten te voorkomen? “Ik was zo wanhopig dat ik eraan dacht om een eind aan mijn leven te maken.”
Het enige wat op haar de been hield was haar vierjarige zoon. Vanwege hem mocht ze de hoop niet opgeven. En er gebeurde iets hoopvols: haar zus ontsnapte. Chandramma wist dat zij hulp zou halen. En dat is precies wat er gebeurde: Girijimma slaagde erin om contact te leggen met een veldwerker van IJM en vertelde haar verhaal. IJM bracht de zaak onder de aandacht van de lokale autoriteiten en op 21 februari 2019 leidden IJM en de autoriteiten een gezamenlijke reddingsoperatie om Chandramma, Hemanth en anderen die tot slaaf waren gemaakt te bevrijden.
Die dag herinnert Chandramma zich nog goed. Ineens hoorde ze gestommel en gespraat buiten de afgesloten kamer. Daarna klonk de zachte stem van haar zus die haar naam riep. Niet lang daarna ging de deur open en bevrijdden medewerkers van de politie en IJM Chandramma en haar zoon.
De medewerkers schrokken van hoe ze Chandramma en haar zoon aantroffen. Ze hadden al een tijd geen bad genomen of gegeten en hun lichamen zaten onder de zweren. Een IJM-medewerker die deelnam aan de reddingsoperatie vertelt: “Chandramma en haar kind zouden gestorven zijn als we hen niet hadden bevrijd. Zo gruwelijk en afschuwelijk was wat zij hadden meegemaakt.”
De autoriteiten brachten Chandramma, haar zoon en de andere twaalf arbeiders in veiligheid en klaagden de eigenaars aan wegens mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid.
Sindsdien heeft Chandramma niet alleen de rust en de zorg gekregen die ze nodig had om te herstellen, maar is ze ook opgebloeid tot een vurige strijder tegen moderne slavernij. Al een paar maanden na haar bevrijding deelde ze haar verhaal met lokale journalisten en sprak ze op verschillende evenementen over de strijd tegen uitbuiting. Daarnaast is ze lid van de lokale Bonded Laborers' Association (RBLA), een groep van mensen die bevrijd zijn uit slavernij, en kijkt ernaar uit om ook anderen te helpen vrijheid te vinden.