Honderdduizenden kinderen worden wereldwijd misbruikt voor cyberseks. Zij moeten voor de webcam handelingen verrichten waar mensen in het Westen voor betalen. In het gevecht tegen deze vorm van slavernij, zijn er vele obstakels te overwinnen. Dit zijn vier uitdagingen waarmee ons IJM-team in de Filipijnen te maken heeft.
1. Kinderen die we redden uit cybersekscriminaliteit zijn vaak nog erg jong, soms zijn ze maar twee jaar oud. Als de crimineel die het kind uitbuit een familielid of buur is, is het waarschijnlijk niet veilig om naar huis terug te keren. Het is een uitdaging om een goede plek te vinden voor deze kinderen. Opgroeien in een instelling is niet ideaal, daarom gaan we vaak op zoek naar een pleegzorggezin.
2. Een andere trieste realiteit van cybersekshandel is dat er in de duistere hoeken van het internet nog beelden van het kind kunnen achterblijven, zelfs nadat het kind uit de misbruiksituatie is gered.
3. In Westerse landen zijn computers en internetadressen makkelijk te lokaliseren. In de Filipijnen is de ICT-infrastructuur minder ontwikkeld, daardoor is het niet eenvoudig om te achterhalen waar misdaden precies plaatsvinden.
4. Het gebeurt vaak dat broertjes en zusjes gezamenlijk worden misbruikt in de cyberseksindustrie. We doen ons best om tijdens de nazorg verwanten – zeker als het gaat om broertjes en zusjes – bij elkaar te houden, maar dat is zeker een uitdaging.