n elk kantoor van IJM komen de medewerkers iedere werkdag een half uur bij elkaar om te bidden voor het werk dat wij doen.
In Bolivia.
In Kenia.
In India.
In Nederland.
En in al de andere landen waar wij werkzaam zijn.
Wij bidden voor reddingsoperaties die op het punt staan te beginnen.
Voor cliënten die we zorg verlenen.
Voor lopende rechtszaken tegen daders.
Voor onze samenwerking met lokale autoriteiten.
Afgelopen week vroeg onze directeur in Nederland of er – los van de lopende zaken - dingen zijn waar we regelmatig voor willen blijven bidden.
We schreven op post its onze punten. Onze gebedsmuur kleurde zich al snel met gele, roze en groene velletjes.
Zelf schreef ik op een van de velletjes The Unknown. De onbekende.
Het meisje dat ik drie jaar geleden in een rosse buurt van Mumbai langs de kant van de weg zag staan. Ze was te koop. Voor seks. In misschien wel de meest ranzige buurt die ik ooit bezocht. Hoeveel klanten zou ze dagelijks hebben? Getuige de verhalen van meisjes die IJM bevrijdt, kunnen dit er zo maar tien of twintig per dag zijn.
Ik keek in de ogen van het mooie meisje.
En zag niets.
Elke keer wanneer wij vanuit Mumbai nieuws binnenkrijgen dat onze collega’s meisjes hebben bevrijd uit een bordeel, bid ik dat zij een van die geredde meisjes is.
The Unknown.
Elke keer wanneer wij vanuit Mumbai nieuws binnenkrijgen dat onze collega’s meisjes hebben bevrijd uit een bordeel, bid ik dat zij een van die geredde meisjes is.
The Unknown.
God, bevrijd dit arme kind.
Voor U is zij geen onbekende.
Geen gebruiksvoorwerp.
U weet wie zij is.
U kent haar naam.
Al is zij die zelf door het vele misbruik misschien wel vergeten…
Henk Jan Kamsteeg, manager storytelling