“Als ik weigerde de opdrachten uit te voeren, sloegen ze mij. Dag na dag ging het misbruik door. Bijna vijf jaar lang. Ik kon maar één ding denken: ik wil dood.” Dat vertelde Cassie uit de Filipijnen. Als tiener werd zij jarenlang seksueel misbruikt voor de webcam, op verzoek van veelal westerse burgers. Voor de man die haar misbruikte, was het een manier om snel en makkelijk geld te verdienen.
Techbedrijven zorgden voor een prima videoverbinding, waarmee deze crimineel dankzij end-to-end-versleuteling anoniem zijn gang kon gaan. Via geldwisselkantoren kon hij snel en eenvoudig geld krijgen van buitenlandse klanten.
Cassie is niet het enige kind dat in zo’n nachtmerrie belandde. Volgens de FBI zijn er op elk moment 750.000 mensen online die beelden van kindermisbruik bekijken of dat misbruik regisseren. Dat is vijftien keer een volle Amsterdam ArenA.
Steeds extremer
Het aantal misbruikbeelden groeit enorm. Vooral de komst van de smartphone was een gamechanger. Van enkele duizenden onlinebeelden van kindermisbruik ging het naar vele miljoenen. Daarbij merken opsporingsdiensten dat de opdrachten die kinderen moeten uitvoeren steeds extremer worden. In de documentaire ”The children in the pictures” (op 15 november uitgezonden door BNNVARA) verzucht de Australische rechercheur Jon Rouse: “We willen niet dat de mensen zien wat wij zien. Maar het is moeilijk om het grote publiek duidelijk te maken met wat voor afgrijselijke dingen onze onderzoekers te maken hebben. En het is heel frustrerend als dat niet overkomt.”
Gelukkig voeren politieteams en ngo’s strijd tegen online kindermisbruik. Internationale samenwerking komt steeds meer op gang. Zo werkt International Justice Mission (IJM) samen met de Australische, Amerikaanse en Nederlandse politie om deze internationale misdaad tegen te gaan.
In de Filipijnen kon IJM, in samenwerking met de lokale autoriteiten, in de afgelopen tien jaar ruim duizend kinderen bevrijden. Tientallen misdadigers, in de Filipijnen en westerse landen, werden veroordeeld.
Foto: kinderen die bevrijd worden van online misbruik door de Filipijnse autoriteiten en IJM.
Maar er is veel meer nodig. Beelden van kindermisbruik worden nu vaak gedeeld via socialemediakanalen en videoplatforms. Apps als Messenger en Whatsapp maken gebruik van end-to-end-versleuteling. Daardoor kunnen alleen de zender en ontvanger lezen of bekijken wat er is verzonden.
Terecht geldt privacy als mensenrecht. Maar hoe zit het met de rechten van vele duizenden kinderen die verkracht worden voor de webcam? Zelfs de meest basale veiligheids- en meldingsmechanismen ontbreken in de apps van grote techbedrijven. Zij verdienen miljarden aan hun technologie, maar nemen geen verantwoordelijkheid voor de misdaden die daardoor mogelijk worden gemaakt.
De grote techbedrijven gebruiken absolute privacy als een marketingmiddel. Ze weten namelijk dat mensen privacy belangrijk vinden. Daarom zeggen ze graag in advertenties dat zij totale privacy kunnen garanderen. Maar je hebt eigenlijk geen end-to-end-
versleuteling nodig om een privécommunicatie te hebben, er zijn andere niveaus van versleuteling die heel veel privacy bieden, maar tegelijk de mogelijkheid bieden om kinderen te beschermen tegen misbruik.
De Europese Commissie heeft een wetsvoorstel gemaakt dat techbedrijven dwingt om kinderen te beschermen tegen online misbruik, maar deze wet moet nog worden aangenomen en het kan nog lang duren voordat deze wet daadwerkelijk kinderen bescherming biedt. Intussen gaat het misbruik door, dag na dag. Daarom moeten techbedrijven nu al in actie komen.
Het internet heeft ons veel gebracht, maar heeft ook een monster gebaard. Een monster dat het op de meest kwetsbaren heeft voorzien. Bedrijven, kom asjeblieft in beweging om dit beest te temmen. We kunnen geen dag langer wachten.
Dit artikel verscheen eerder in het Reformatorisch Dagblad.