Mensenhandelaren zien, ook in Europa, door de coronapandemie hun kans schoon om kwetsbare groepen te exploiteren. Daarbij maken ze steeds meer gebruik van de mogelijkheden van het internet. Het is dan ook zeer terecht dat hier op de Werelddag tegen Mensenhandel (30 juli) aandacht voor wordt gevraagd. Het is nodig dat de nieuwe Nederlandse regering topprioriteit geeft aan de bestrijding van deze misdaad.
Het gebeurde gewoon in Lelystad. Tientallen vrouwen, afkomstig uit Moldavië en Roemenië en net achttien jaar, werden hier gedrogeerd, verkocht, mishandeld en jarenlang gedwongen tot prostitutie. Dit ging jarenlang door, van 2014 tot 2019. De 38-jarige Roemeen die deze misdaad organiseerde, kende geen genade. Als de vrouwen niet meewerkten, dreigde hij hun lichamen in stukken te snijden. Ook had hij hun paspoorten afgenomen. Eerder had hij de jonge vrouwen benaderd via internet en met mooie beloften zijn kant op gelokt. Het Algemeen Dagblad berichtte over deze zaak.
Helaas zijn dit soort gebeurtenissen niet uitzonderlijk, er is sprake van grootschalige en georganiseerde mensenhandel in Europa. Onderzoek dat de United Nations Office On Drugs and Crime (UNODC) begin dit jaar uitbracht schetst het beeld van een gruwelijke realiteit. Het aantal kinderen onder de ontdekte slachtoffers van mensenhandel is de afgelopen 15 jaar verdrievoudigd, terwijl het aandeel van jongens vijf keer zo groot is geworden. Meisjes worden voornamelijk verhandeld voor seksuele uitbuiting, terwijl jongens worden ingezet voor dwangarbeid.
In 2018 werden ongeveer 50.000 slachtoffers van mensenhandel opgespoord en gemeld door 148 landen. Gezien het verborgen karakter van deze misdaad ligt het werkelijke aantal verhandelde slachtoffers echter veel hoger.
Deze onderzoekcijfers dateren nog van voor de corona-epidemie, de onderzoekers vermoeden dat de pandemie nog veel meer mensen heeft blootgesteld aan mensenhandel. “Miljoenen vrouwen, kinderen en mannen wereldwijd zitten zonder werk, zonder school en zonder sociale steun in de aanhoudende COVID-19-crisis, waardoor zij een groter risico lopen slachtoffer te worden van mensenhandel,” aldus uitvoerend directeur Ghada Waly van de UNODC. Wat verder opvalt is dat de internationale werkwijze van mensenhandelaren. Zo is een fors deel van de geregistreerde slachtoffers van mensenhandel in Nederland afkomstig uit Midden- en Oost-Europa.
International Justice Mission (IJM) heeft in Roemenië in 2019 een afdeling geopend, om mensenhandel in Europa tegen te gaan. Een undercovermedewerker die hier voor IJM onderzoek deed, tekent het beeld van criminele netwerken die werken als een geoliede machine met lucratieve verdienmodellen: “We hebben het echt over georganiseerde misdaad, over criminelen met veel macht en geld. Mensenhandelaren proberen meisjes en ook jongens uit Moldavië en Oekraïne naar Roemenië en dus de EU te smokkelen. Vanaf daar worden ze verhandeld naar Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. Daarom ontdekt Europol meisjes met een Roemeens paspoort die zeggen dat ze twintig zijn, maar in werkelijkheid zijn ze zestien en komen ze uit Moldavië.”
Er is sprake van een uitgebreid netwerk, aldus de onderzoeker. “In Roemenië zien we verschillende schakels die hun geld verdienen met mensenhandel. Ze halen kinderen uit Moldavië. Iemand anders brengt ze over de grens. Weer iemand anders houdt ze gevangen en probeer hen psychisch te breken en weer een ander zorgt voor de juiste documenten.”
Het mentaal breken is een belangrijk onderdeel in dit proces: “De meisjes worden vanaf dag één geïndoctrineerd. Er wordt hun verteld dat ze niets waard zijn, dat geen man met ze wil trouwen. Als een meisje psychisch gebroken is, weet een handelaar dat hij haar weer verder kan verkopen. Dan probeert een meisje namelijk niet meer te vluchten, ze heeft zich erbij neergelegd dat dit haar leven is.”
De Roemeense overheid is actief in de strijd tegen mensenhandel, maar die strijd is allesbehalve eenvoudig. Mensenhandel is een groeiend en veelkoppig monster, dat zich weinig aantrekt van landsgrenzen. Er is sprake van een fijnmazig netwerk, dat niet alleen door de corona-crisis, maar ook door de groeiende digitale mogelijkheden steeds groter en complexer wordt. Medewerkers van IJM Roemenië zien dat mensenhandelaren volop gebruik maken van de mogelijkheden van het internet. Ook het onderzoek van UNODC laat dit zien.
Steeds vaker worden slachtoffer gerekruteerd via sociale media, waarbij mensenhandelaars gebruikmaken van openbaar beschikbare persoonlijke informatie en de anonimiteit van online ruimten om contact op te nemen met slachtoffers. Kinderen en tieners worden door mensenhandelaren vaak ‘het hof gemaakt’ op sociale-mediaplatforms en zij lijken vatbaar voor misleidende trucs in de zoektocht naar acceptatie, aandacht of vriendschap.
Volgens Europol blijft de verspreiding van materiaal over seksueel misbruik van kinderen toenemen. UNICEF meldde hoe kinderen een verhoogd risico lopen te worden uitgebuit voor webcams, waarbij zij in contact komen met misbruikers die elders wonen, en in veel gevallen zonder dat hun ouders het weten.
Op internet richten mensenhandelaars zich op specifieke slachtoffers, door actief te ‘jagen’ op degenen die zij kwetsbaar achten voor mensenhandel, of passief te ‘vissen’ naar potentiële slachtoffers door advertenties te plaatsen en te wachten tot potentiële slachtoffers reageren.
Om de schaduwpandemie van geweld het hoofd te bieden, mogen we niet verslappen in de strijd tegen mensenhandel. In het regeerakkoord 2017, ‘Vertrouwen in de toekomst’, was vastgelegd dat de strijd tegen mensenhandel zou worden versterkt. Er is onder andere een vaste politieliaison gestationeerd in bronlanden van mensenhandel. Wij willen VVD-voorman Rutte en D66-leider Kaag oproepen om in hun aanzet tot een regeerakkoord ook weer in te zetten op de bestrijding van mensenhandel. De digitale ontwikkelingen die elkaar snel opvolgen, zouden een omvangrijke rol in de bestrijding van mensenhandel moeten krijgen.