ijn naam is Kashi*, en ik ben geboren in Mumbai, India. Als meisje van vijf ben ik weggehaald bij mijn familie en werd ik verkocht aan Naresh*, een man uit de stad Calcutta.
Ik moest allerlei taken doen in en rond huis, zoals de afwas en de vloeren vegen. In alles moest ik het Naresh en zijn familie naar de zin maken. Ik was nog maar klein, soms had ik verschrikkelijke heimwee en moest ik huilen, terwijl ik mij afvroeg wanneer ik weer naar huis zou gaan. Maar als ik huilde, sloten ze mij op in een donkere kamer. Soms de hele dag, zonder eten of water.
Elke keer als ik mij verzette, werd ik geslagen, net zolang tot ik stil werd. Mijn woorden betekenden niets voor de familie. Ik mocht het huis niet verlaten en mocht met niemand praten. Ik had geen vrienden, geen school, geen verjaardagen, geen leven buiten mijn werk.
Er waren ook dagen dat Nareshs broer en zijn zonen naar het huis kwamen. Zijn zonen vielen mij lastig. Na een tijdje misbruikten ze mij, ondanks mijn verzet.
De jongens vertelden mij dat, als ik zou praten over het misbruik en hulp zou vragen, niemand mij zou geloven. Tegen de tijd dat ik 15 jaar was, was ik vele malen verkracht door de leden van Nareshs familie.
In diezelfde tijd werd ik gevraagd of ik aan een echte baan wilde beginnen. Ik dacht dat dit mijn kans was om het huis te verlaten en de familie achter mij te laten, dus ik zei ‘ja’.
<- Bekijk hiernaast de video van Kashi's verhaal.
Nareshs vrouw nam me mee naar Sonagachi (een prostitutiewijk in Calcutta, red.) en ze vertelde dat mijn nieuwe werkgever een foto van mij nodig had om mij te kunnen aannemen. In Sonagachi bedekten ze mijn gezicht met make-up. Toen ik om mij heen keek, zag ik andere meisjes van mijn leeftijd, ook met make-up op. Ze waren aan het praten en onderhandelden over prijzen met oudere mannen.
Die dag werd ik voor de tweede keer in mijn leven verkocht. Deze keer aan een bordeel. Enkele uren later moest ik een ‘klant’ ontmoeten. Daarna moest ik elke dag 15 tot 20 klanten ontmoeten. Als ik weigerde te werken, werd ik geslagen met een bezemsteel, een metalen pijp of alles wat ze konden vinden.
Help mee om meisjes en vrouwen zoals Kashi uit slavernij te bevrijden.
Maar na enkele maanden in die donkere plaats te zijn geweest, kwamen plotseling de politie en IJM opdagen en brachten me naar buiten. Ze zeiden dat ik veilig was, maar ik vertrouwde niemand. Ik dacht dat ik misschien voor een derde keer verkocht werd. Maar de maatschappelijk werkers van IJM kwamen me regelmatig opzoeken, spraken me aan, stelden me vragen over wat er met me gebeurd was. Ze geloofden me toen ik met hen sprak, en ze hielpen me in de rechtbank te getuigen tegen de mensen uit het bordeel, ook al was het erg moeilijk.
Vandaag ben ik trots op hoeveel ik ben gegroeid en veranderd. Pas als je door de doornen heen bent, kom je in de tuin vol met bloemen. Het pad van mijn leven was vol met doornen die ik moest doorkruisen. En dat deed ik. Er waren zoveel mensen die me hielpen om erdoor te komen. Als ik alleen was geweest, had ik nooit zo ver kunnen komen.
Er brandt een vuur in me als ik aan mijn vroegere ervaringen denk. Als de herinneringen weer bovenkomen, hoor ik een stem die uit het vuur schreeuwt en tegen me zegt: "Je moet vechten. Je moet andere meisjes redden.”
Mijn stem laten horen en mijn gemeenschap veranderen om andere meisjes te beschermen - dat is mijn gevecht nu. En ik weet dat ik dit gevecht zal voltooien en zal winnen.
Ik zal niet bekend staan als een vrouw die door verschrikkelijke dingen is gegaan. Ik zal bekend staan als een vrouw die verschrikkelijke dingen heeft overwonnen.
Mijn naam is Kashi. Ik houd mijn hoofd omhoog. Altijd. Ik laat het niet meer hangen.
Hier ben ik.
*Een pseudoniem.
Kashi's verhaal is gebaseerd op interviews in mei en juni 2020.