“We worden hier misbruikt door de directeur. We kunnen niets zeggen, want hij bedreigt ons. Help, help, help ons alsjeblieft.”
Het moment dat ze de wanhoopskreten in haar mailbox krijgt, vergeet Silvia nooit meer. Daarvoor was ze met een vriendin naar Kenia gegaan. Ze deden er vrijwilligerswerk in een opvanghuis. Zo hielpen ze mee met een vaccinatieprogramma en gaf Silvia volleybaltraining aan de jongens. Maar ze merkte dat er iets niet klopte.
“We merkten dat er iets vreemds aan de hand was tussen de directeur en de kinderen,” vertelt Silvia. “Ze waren bang voor hem.” De directeur was een charismatische persoonlijkheid, herinnert Silvia zich. “Hij was ook voorganger van een kerk, sprak regelmatig in Nederland en stond bekend als een godvrezend man.”
Eenmaal thuis kregen ze de noodkreten in hun mailbox. Die bevestigden haar bange vermoedens: de directeur misbruikte de jongens in het tehuis. Silvia en haar vriendin besloten terug te keren naar Kenia. Daar verzamelden ze getuigenissen en gingen ermee naar de politie. Maar tot hun frustratie stuitten ze op diepe corruptie.
“Of we nu naar een ander district gingen of een hoger niveau probeerden te bereiken, overal was het hetzelfde,” verzucht Silvia. “We voelden ons machteloos. Wat kun je nog doen als zelfs de politie niet te vertrouwen is? Maar nietsdoen was geen optie. Die jongens hadden ons in vertrouwen genomen. Ze voelden zich al zo vaak niet gehoord of niet serieus genomen, omdat ze ‘maar’ straatjongens waren.”

Silvia en vriendin benaderden verschillende stichtingen en organisaties, maar telkens kregen ze te horen dat de zaak te groot of juist te klein was, of buiten hun expertise viel. Uiteindelijk vonden ze wel steun bij IJM Kenia. “IJM was de organisatie die meteen adequaat reageerde,” zegt Silvia. “Ze boden ons concrete hulp en ondersteuning. Ze vroegen ons om naar hun kantoor te komen en te delen wat we wisten.”
Silvia was onder de indruk van de manier waarop IJM met de jongens omging. “Ik vond het bijzonder hoe de medewerkers van IJM de jongens ertoe brachten zich open te stellen. Die jongens waren meesters in zichzelf afsluiten – ze konden alles diep van binnen verbergen. Toch kregen de IJM-medewerkers hen snel aan het praten.”
In de ruimte waar ze zaten, lagen verschillende Bijbels. Een van de jongens sloeg er een open en las een stukje. Het ging over licht brengen in de duisternis. Silvia: “Dat was een enorme aanmoediging voor de andere jongens om te getuigen tegen hun misbruiker. Het gaf hen kracht om door te zetten.”
IJM speelde een cruciale rol in het documenteren van het bewijs. Op camera werden uitspraken van de directeur vastgelegd, die bekentenissen in zich droegen. “Hij reageerde woedend voor de camera, bijna schuimbekkend,” herinnert Silvia zich. Ook naar haar en haar vriendin uitte hij schreeuwend dreigementen, met zijn gezicht op slechts enkele centimeters van het hunne. De intimidatie werd zo heftig, dat ze besloten een nacht onder te duiken. “Maar dat wilden we al snel niet meer. Hoe konden we de jongens steunen als we onszelf door angst lieten leiden?”
Alles leek erop te wijzen dat de directeur veroordeeld zou worden. Maar de zaak kreeg een noodlottige wending. Voordat de rechter uitspraak kon doen, overleed de verdachte onder verdachte omstandigheden. “Er was een sterk vermoeden dat het geen natuurlijke dood was,” vertelt Silvia. “Hij werd binnen één dag begraven en zijn lichaam was in beton gegoten, waardoor er geen sectie uitgevoerd kon worden.”
Terugkijkend is de hulp van IJM voor Silvia heel belangrijk geweest. “Zij gaven ons een thuis,” zegt ze. “Zij reageerden op de noodkreet van de jongens. Ik weet nog hoe emotioneel dat was, zowel voor ons als voor de jongens. Je voelt je wanhopig als het systeem zo corrupt is. Bij IJM werden we gehoord en merkten we snel hoe professioneel deze organisatie is. Ik merkte: hier zit zoveel kennis en kunde, dat voelde heel veilig en fijn.”
Via social media en soms telefonisch heeft ze nog contact met een aantal jongens uit het tehuis, die inmiddels volwassen zijn. “Een deel van hen is fantastisch terechtgekomen,” zei Silvia. “Ze zijn getrouwd, hebben een gezin en een baan. Maar anderen worstelen met criminele verleidingen of zitten volledig vast in straatgedrag en criminaliteit.”
Ook na deze intense ervaringen bleef Silvia haar leven wijden aan het ondersteunen van mensen. “Vijf jaar geleden begon ik voor mezelf als coach en loopbaanbegeleider, vanuit mijn eigen onderneming GONEXT. Het werk dat ik doe sluit goed aan bij mijn eerdere ervaring als verpleegkundige en mijn werk bij een arbodienst. Ik begeleid veel mensen die te maken hebben met lijden en ziekte. Veel mensen vinden het moeilijk om bij hun pijn en verdriet te komen, is mijn ervaring. Maar ik heb ontdekt dat juist daar kracht te vinden is, kracht om weer vooruit te kunnen kijken. Vanuit dat punt probeer ik mensen weer hoop en perspectief te bieden.”
Haar ervaringen in Kenia en met IJM laten haar niet los – al ziet haar leven er nu heel anders uit dan toen. “Zes jaar geleden trouwde ik met een man die drie kinderen heeft. Van een single die de hele wereld over reisde en ontwikkelingswerk deed, werd ik een gesettelde stiefmoeder. Ik voel me gezegend, maar soms merkte ik dat het schuurde. Terwijl ik druk bezig was met drie pubers die het ongelooflijk goed hebben in een veilig land, dacht ik: Waar is mijn passie gebleven voor mensen die zo moeten vechten voor wat voor ons zo gewoon is?”
Daarom besluit ze business partner te worden van IJM. “Ik denk weleens: hier in Nederland zijn we zo gepamperd. We lijken het normaal te vinden dat er een werkend rechtssysteem is en dat de politie waakt over onze veiligheid. Ik weet hoe anders het kan zijn. Hoe diep de wanhoop is als je slachtoffer bent van misbruik en geweld – en er is niemand die jouw rechten verdedigt. Ik ben heel blij dat ik als business partner van IJM nog steeds kan bijdragen aan de strijd voor gerechtigheid.”