Toen Marianne meer dan 23 jaar geleden bij Verstegen begon, was ze nog een nieuwkomer in de wereld van kruiden en specerijen. “Ik dacht: die kruiden zijn er, je gebruikt ze en ze zijn lekker. Maar ik stond er niet bij stil hoe ze groeien of waar ze vandaan komen. Ik had er geen idee van.”
Wel had ze gelijk een duidelijk doel voor ogen: het bestrijden van uitbuiting en kinderarbeid. Ze schreef een brief naar alle toeleveranciers van Verstegen met de vraag om die getekend terug te sturen als teken van hun steun om kinderarbeid en uitbuiting tegen te gaan. “Maar niemand reageerde. We kregen geen enkele brief terug!”
“Ik vond het vanzelfsprekend dat je geen kinderen voor je laat werken,” blikt ze terug. “Maar dat bleek dus helemaal niet zo te zijn. Inmiddels weet ik dat zo’n brief versturen veel te vrijblijvend is. Daarna hebben we rechten van kinderen en arbeiders al snel opgenomen in onze inkoopvoorwaarden en vragen we er altijd naar tijdens de audits die we uitvoeren.”
Eyeopener
Tijdens haar reizen naar de landen waar Verstegen zijn producten vandaan haalt, lette Marianne scherp op kinderarbeid. “Ik vroeg ernaar en keek rond, maar je zag natuurlijk nooit kinderen aan het werk. Het bleef voor mij buiten beeld.”
Intussen zat het haar wel dwars. Want het kon toch niet waar zijn dat uitbuiting en kinderarbeid op zulke grote schaal voorkomen, maar de specerijenwereld daarvan gevrijwaard is? Marianne: “We kregen subsidie om samen met partners, NGO’s en andere specerijbedrijven onderzoek te doen. En toen bleek er wel degelijk kinderarbeid in onze keten te zijn. Niet bij onze directe toeleveranciers, maar verder terug in de keten. Dat was een eyeopener voor ons allemaal. Sindsdien is het een onderwerp waar alle Nederlandse kruiden- en specerijenbedrijven mee bezig zijn.”
Er volgde verder onderzoek binnen de keten van Verstegen. “Bij één handelaar met wie we zaken deden, bleek er kinderarbeid te zijn in de keten,” zegt Marianne. “We gingen met hem in gesprek. Al snel bleek dat die handelaar anders in de wedstrijd zat dan wij. Daarom hebben we anderhalf jaar geleden besloten om het product rechtstreeks te kopen bij een partij die ook kinderarbeid bestrijdt.”
Tegenwoordig staat het tegengaan van uitbuiting en kinderarbeid volgens Marianne hoog op de agenda binnen de specerijensector, ook binnen de Koninklijke Nederlandse Specerijenvereniging en het Sustainable Spice Initiative (SSI). “Moderne slavernij zijn we nog nooit tegengekomen in de sector. Specerijen komen vaak van kleine ondernemingen waar soms wel kinderen van de boer werken. Ik weet niet van gevallen waarin mensen volledig hun vrijheid kwijt zijn en als slaaf vastzitten.”
Wat vind je van de nieuwe Europese wetgeving die grote bedrijven verplicht om misstanden als uitbuiting, kinderarbeid en moderne slavernij tegen te gaan?
“Persoonlijk vind ik dat wetgeving overbodig zou moeten zijn. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat je als bedrijf geen arbeiders uitbuit en geen kinderen voor je laat werken. Gelukkig werk ik bij een familiebedrijf waar die vanzelfsprekendheid er is. Maar het vertalen van die vanzelfsprekendheid naar de praktijk is lastig, en druk van de overheid kan daarbij helpen. Dus ja, het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat je geen arbeiders uitbuit. Maar in de praktijk heb je toch wetgeving nodig.”
“Ik merk dat het bewustzijn over deze kwesties groeit, maar daadwerkelijk veranderen is een ander verhaal. We blijven onderdeel van een maatschappij die vaak gedreven wordt door kosten. Mensen zijn net zoals water, die zoeken het laagste punt. Dus naar het goedkoopste. Maar als iets heel goedkoop is, mag je afvragen waarom het zo heel goedkoop is. Als bedrijf sta je voor uitdagingen die niet eenvoudig zijn. Je moet soms keuzes maken die pijn doen en geld kosten.”
In de media lees je geregeld over ‘green washing’: Bedrijven benadrukken naar buiten over hoe groen en eerlijk ze zijn, terwijl ze hardnekkig doorgaan met vervuilen of uitbuiten. Zie je ook dat gevaar?
“Zelf heb ik een heilig vertrouwen in de mens. Soms zijn mensen te optimistisch over hun impact, maar ik geloof niet dat er bedrijven zijn die doelbewust misleiden. En we zijn er nog niet, hè? We moeten nog zoveel doen. En het blijft elke keer een uitdaging. Je kunt op de ene plek het probleem opgelost hebben, maar dat zegt helemaal niks over de plekken daarnaast.”
Hoe zorg je dat je strijdbaar blijft om uitbuiting tegen te gaan en voorkom je dat je het bijltje erbij neergooit?
“Bij Verstegen hebben we heldere doelen, wat helpt om vooruitgang te boeken. Ik heb mezelf voorgenomen om elke keer als ik een presentatie geef of een interview geef, het in ieder geval één keer over kinderarbeid en het bestrijden daarvan te hebben. Het lukt me niet altijd hoor, maar het lukt me wel negen van de tien keer. En zeker in gesprek met jonge mensen noem ik ook vaak het probleem van uitbuiting in de textielsector. Want daar hebben ze nog wel grotere uitdagingen dan wij.”
Je bent al vele jaren bezig met het tegengaan van uitbuiting. Wat is de belangrijkste les die je hebt geleerd?
“Dat het echt een holistisch probleem is en dat je het ook holistisch moet benaderen. Zo zien wij regeneratieve landbouw als onderdeel van de oplossing. Deze vorm van landbouw is duurzamer en gezonder omdat er minder pesticiden worden gebruikt. Bovendien leidt het tot een hoger inkomen, waardoor de noodzaak om kinderen te laten werken vermindert.
Kinderarbeid heeft niet één oorzaak, maar vele. Op sommige oorzaken hebben we als bedrijf invloed, maar op andere helaas niet. Vaak hangt kinderarbeid samen met seizoensarbeid. In Turkije reizen arbeiders het hele land door, van bijvoorbeeld de hazelnootoogst naar de katoenoogst. Hun kinderen reizen mee. Die kinderen hebben geen toegang tot school en moeten werken in erbarmelijke omstandigheden. Ook oorlog is een oorzaak van uitbuiting. Want oorloog brengt stromen vluchtelingen op gang, die kwetsbaar zijn voor uitbuiting. Natuurlijk hebben wij geen invloed op oorlogen, hoe graag we dat ook zouden willen. Het is dus een zeer complex probleem.”
Ben je hoopvol over de strijd tegen uitbuiting en kinderarbeid?
“De cijfers zijn schokkend. Even leek het alsof het aantal gevallen van kinderarbeid volgens de Internationale Arbeidsorganisatie daalde, maar recentelijk zijn die cijfers weer gestegen. Toch blijf ik hoopvol. Tijdens onze projecten hebben we ontdekt dat de problemen op het gebied van kinderarbeid vaak ontstaan waar de keten niet transparant is. Transparantie en openheid zijn belangrijke aandachtspunten, en daar werken wij hard aan. We hebben een groot deel van onze ketens inzichtelijk gemaakt. Ondanks de uitdagingen blijf ik optimistisch. Misschien vinden mensen het naïef, maar ik geloof heilig in de goedheid van mensen en in de mogelijkheid van verandering.”
Wat kunnen wij vanuit Nederland doen om moderne slavernij en uitbuiting tegen te gaan? In een serie interviews gaat IJM in gesprek met experts uit de wetenschap, politiek en het bedrijfsleven. Eerder hadden we gesprekken met econoom Paul Schenderling, Arnoud van Vliet (Zeeman), Antonie Fountain (VOICE Network) en Kirsten Kossen (ASN Bank), advocaat Richard Korver en officier van justitie Warner ten Kate.
Tekst: Gertjan de Jong