e groeide op als jongste in een gezin van tien kinderen in een bergachtig gebied in de Filipijnen. "Mijn ouders overleden toen ik nog kind was”, vertelt ze. "Mijn oudste zus sloeg mij vaak. Een voor een trouwden mijn broers en zussen, totdat ik alleen achterbleef. Op mijn zestiende kwam ik via Facebook in contact met iemand die een baantje aanbood als caissière in een computerzaak in de grote stad Manilla. Toen heb ik mijn spullen gepakt en ben ik gegaan. Zonder iemand iets te zeggen.”
Van haar contactpersoon kreeg ze geld om de reis naar Manilla te maken. „Toen ik op het afgesproken adres aankwam, viel mij op dat er meer meisjes waren. Ze kwamen halfnaakt uit de kamers in het huis gelopen. Ik was verbaasd. Wat was hier aan de hand? Toen ik het aan mijn baas wilde vragen, vertelde zij mij wat ik moest doen. Ik was in shock. Het was alsof er een bom afging. Nu realiseerde ik mij dat ik was misleid.”
"Ze zeiden dat ik mij moest uitkleden voor de camera en alles moest doen wat klanten via de chatbox aan mij vroegen”, vervolgt Ruby. "Ik moest dingen doen waarvan ik nooit had gedacht dat meisjes van zestien die zouden doen. Ik probeerde te weigeren. Maar als ik dat deed, werd ik bedreigd en kreeg ik geen eten. Mijn telefoon was afgepakt. Het enige contact dat ik met de buitenwereld had, was met de klanten. Zij vonden ons via pornosites.”
Op een avond hoorde Ruby de sirene van een politieauto in de buurt. Ze begon te schreeuwen, in de hoop dat de politie haar zou horen. Maar de persoon die haar bewaakte, pakte een mes en dreigde haar neer te steken als ze niet stil zou worden. "Ik was doodsbang. Die avond schreeuwde ik het uit: 'God, als U bestaat, haal mij hier dan uit!'”
De volgende dag hoorde Ruby dat er buiten het huis iets gebeurde. "God had mijn uitroep blijkbaar gehoord. Ik hoorde een schot, geschreeuw. Iemand riep: 'Politie! Politie!' De eigenares van het huis verstopte snel haar dure spullen en sieraden. Ze zei tegen mij en de andere meisjes dat wij niet mochten vertellen dat we minderjarig waren.
Ik was de enige die blij was dat de politie kwam. Ik zat nu twee maanden vast, maar de andere meisjes zaten er al veel langer. Zij waren gehersenspoeld door het echtpaar dat ons vasthield. Ze waren bang voor de politie. Ze dachten dat zij niet zouden worden bevrijd, maar worden gearresteerd.”
Het hart van die andere meisjes was koud geworden, merkte Ruby. "Ze hadden geen eigenwaarde en hoop meer. Het enige wat zij nog deden, was opdrachten uitvoeren. Ik ben blij dat ik dat punt nooit bereikt heb. Wel voelde ik me verschrikkelijk schuldig. Ik walgde van mezelf.”
Ruby werd door de mensenrechtenorganisatie International Justice Mission naar een nazorghuis gebracht. "Daar begonnen de nachtmerries. Wat er in de twee maanden in het huis was gebeurd, bleef me achtervolgen. Ik durfde niet meer te gaan slapen.
In het nazorghuis kreeg ik gelukkig therapie. Stap voor stap ging het beter met me. Ik zag dat de mensen om me heen om mij gaven. Zo was er iemand die met me bad. In het gebed zei ze dat God mij waardevol vindt en van me houdt. Dat raakte mijn hart. Ik kwam van een walgelijke plek. Maar ik geloofde dat God alles kon veranderen. Ik kreeg een tweede kans in mijn leven.”
Woedend
"De daders moesten voor de rechter komen. Omdat ze schuld wilden bekennen, konden ze strafvermindering krijgen. Ze zouden dan vijftien jaar gevangenisstraf krijgen in plaats van levenslang. Ruby: "Toen ik dat hoorde, voelde dat als een klap in mijn gezicht. Ik was woedend. Na veel gebed en strijd heb ik hun bekentenis uiteindelijk geaccepteerd. Ik had een tweede kans gekregen, verdienden zij die ook niet? En ik ontdekte dat zij ook kinderen hadden. Toen de zitting was afgelopen, stortte ik in. Het was klaar. Ik huilde en huilde. Ik was vrij. Ook van de woede in mij.”
"De daders die de beelden bekeken, verdienen ook straf. Zij maakten deel uit van de misdaad. Ook al weet niemand om hen heen waarschijnlijk wat zij achter hun computer doen, er is Iemand Die dit wel ziet. Hij zal hen straffen als ze nu niet stoppen met deze misdaden.”
"Ik deel dit verhaal, omdat ik wil laten zien dat er hoop is. Ook wil ik de wereld laten weten dat er zoiets kwaads bestaat als cyberseks met kinderen. Hier moet een einde aan komen.”