Voor Paul is het duidelijk: slavernij is niet alleen iets van vroeger. En de uitbuiters? Dat zijn wijzelf. Eerder zei hij in een interview: “Niemand van ons ziet zichzelf zoals we echt zijn. Ouderwetse mijnheren en mevrouwen die schaamteloos andere mensen vele uren loodzwaar werk laten doen.” Met bedrijfskundige Matthias Olthaar berekende hij dat voor de Nederlandse economie 13,8 miljoen niet-westerse mensen aan het werk zijn – dat is 1,8 fte per Nederlands huishouden!
Hét grote probleem is volgens Paul: we zien de arbeiders niet die voor ons loodzwaar werk doen. Dus de kinderen die kobalt opgraven voor de batterijen van onze laptops en smartphones. Vrouwen en mannen die tot hun middel in de chemische zooi staan voor onze spijkerbroeken. Meisjes en jongens die op cacaoplantages zich in het zweet werken om cacaobonen voor onze chocolade te oogsten. Pauls missie is om deze kinderen, vrouwen en mannen een gezicht te geven.
Hoe ben je betrokken geraakt bij de strijd tegen moderne slavernij?
“Dat gaat al heel ver terug. Ik herinner me dat ik op mijn dertiende een boze brief schreef naar Appelsientje. Ik had namelijk gelezen dat vliegtuigen vol gif boven sinaasappelplantages vlogen, en dat mensen daarbij werden vergiftigd. Dat maakte bij mij zo’n verontwaardiging los, dat ik gelijk in de pen klom. Dat ik later internationale economie ging studeren, had daar ook mee te maken. Ik wilde heel graag weten: Hoe vergaat het werknemers aan de andere kant van de productieketen?”
Is er een Bijbeltekst die je inspireert bij deze zoektocht?
“Absoluut. Dat is zonder twijfel Jesaja 58. Als tiener raakte dat Bijbelgedeelte mij al diep. Later ben ik ook de rijkdom van het hele boek Jesaja gaan ontdekken. Maar Jesaja 58 is nog steeds een heel belangrijke drijfveer om door te gaan met de strijd tegen uitbuiting. En dan vooral deze drie simpele woorden: ‘Breek elk juk.’ Ik vind het zo mooi en bijzonder dat God dat van mensen vraagt.”
Hoe kun je die tekst vandaag de dag concreet maken?
“Door te zoeken naar het herstel van relaties. De grootste misstand van deze tijd is dat we een gigantische kloof hebben gecreëerd tussen enerzijds de mensen die dingen maken en anderzijds de mensen die deze producten kopen en er geld aan verdienen. Die kloof is zelfs bewust geschapen, zodat er geen protest over die kloof heen kan komen en zodat mensen achter die kloof onwetend worden gehouden. Dat vind ik echt schandalig.”
Kun je een voorbeeld noemen van uitbuiting dat jou recent heeft geraakt?
“Dan denk ik aan de mensen die bij Foxconn werken, een bedrijf dat onderdelen maakt voor onder andere Apple’s iPhone. Zo’n vijftien jaar geleden las ik er voor het eerst over. Foxconn was toen in het nieuws vanwege de slechte werkomstandigheden, die zelfs leidden tot zelfmoorden. Twee maanden geleden las ik dat Foxconn allerlei dependances opent in Azié en dat er niks veranderd is. Mensen moeten het grootste deel van de week in de fabriekshal of in de slaapzaal doorbrengen. Ze krijgen amper de mogelijkheid om daarbuiten een leven te hebben. Stel je voor: Je bent niet in verbinding met de gemeenschap waar je uitkomt, niet met de natuur en niet met de mensen die je product uiteindelijk gebruiken. Het moet een soort totale vervreemding zijn als je daar werkt. Je bent geen mens, maar een human resource.”
Naar schatting zitten er ruim 50 miljoen mensen in slavernij. Is het wel mogelijk om echt impact te maken als individu bij zo’n groot onrecht?
“Absoluut! We hebben te maken hebben met een systematisch probleem. Dat stijgt boven het individu uit, maar dat betekent zeker niet dat je als individu geen rol hebt. Burgers hebben namelijk een ongelooflijk belangrijke rol bij de legitimatie van systemen. Dat gebeurt door je stem die je gebruikt of juist inslikt. Doordat je politici of bedrijven aanspreekt op uitbuiting, of niet. Er is nu een grote stilte rond moderne slavernij. Dat is eigenlijk al een rol die het individu laat liggen, want je hebt de mogelijkheid die stilte te doorbreken. En dat hoeft dan helemaal niet op een extreme of agressieve manier te zijn. Je kan gewoon aandacht vragen voor het lot van mensen die onze producten maken.
Daarnaast heb jij als individu een rol in het veranderen van sociale normen. Jij bepaalt mede wat normaal is. De rol van minderheden wordt altijd onderschat. Vaak hoor je: ‘Als ik in mijn eentje andere dingen ga kopen of andere keuzes maak, wat heeft dat dan voor invloed?’ Nou, de impact in euro’s is misschien niet heel groot. Maar de impact op de sociale norm is heel groot. Sterker nog: Hoe kleiner het groepje waartoe je behoort, hoe meer je opvalt. Als individu heb je dus niet weinig, maar juist ongelooflijk veel invloed. Als jij andere keuzes maakt dan de massa, roep je ontzettend veel vragen op.”
Met welke keuzes val jijzelf bijvoorbeeld op?
“Ik heb jarenlang met een Blackberry-smartphone rondgelopen, totdat die het uiteindelijk echt begaf. Hij kwam uit 2009 en ik heb daar tot 2023 mee rond gelopen. Bijna altijd als ik dat ding uit mijn zak haalde, leidde dat tot een gesprek. Eerst werd ik natuurlijk uitgelachen. Maar daarna wilden mensen toch meer weten. Wat doe je nou nog met die Blackberry? Dan vertelde ik over uitbuiting bij de productie van smartphones, zoals bij Foxconn. Grappig genoeg leidde die gesprekken nooit tot wrijving of frictie. Je moet het wel bij jezelf houden en mensen niet aanvallen.”
Wat adviseer je lezers als het gaat om het maken van dit soort keuzes?
“Staar je niet blind op het goed krijgen van elk detail van je levensstijl. Daar kun je enorm verstrikt in raken, omdat internationale productieketens zo complex zijn. Kies daarom heel zorgvuldig met welke afwijking van de sociale norm je een statement wilt maken. In mijn eigen levensstijl zijn er genoeg dingen te bedenken die niet kloppen. Maar ik ben wel al jaren bezig met de vraag: Wat kan ik wel doen, wat ligt er in mijn vermogen? Zo koos ik om mijn Blackberry te blijven gebruiken en geen rijbewijs te halen. Ik adviseer je: kijk wat er in jouw vermogen ligt om dingen anders te doen. En kijk ook wat uitnodigt tot gesprek en reflectie. Onderschat niet welke invloed je daarmee hebt. Die grappige minderheden die eerst worden uitgelachen, kunnen uiteindelijk enorme veranderingen in gang zetten.
Ga na waar je een statement mee kunt maken. Het kopen van tweedehands kleding is goed, maar je valt er niet echt mee op, omdat heel veel mensen het doen. Het is dus niet meer echt een statement. Wat nog wel zo’n statement is? Je auto wegdoen en op een deelauto overgaan. Je zet dan letterlijk een stapje extra, omdat je geen auto voor de deur hebt staan en een stukje extra moet lopen naar de deelauto. Je moet even de app downloaden. Dat is niet heel veel moeite. Tegelijk is het in onze samenleving een enorm statement.”
En uitbuiting komt ook in de auto-industrie voor?
“Absoluut! Zowel bij grondstoffen als bij toeleveranciers. Auto’s hangen tegenwoordig helemaal vol met elektronica, die gemaakt zijn in de slechtst denkbare omstandigheden. Bovendien, vanwege de omvang is het onhaalbaar om allemaal een auto voor de deur te hebben. Daar gaan we over vijftig jaar op terugkijken van: ‘Dat was echt idioot! Toen geloofden we echt dat we allemaal zo’n groot object moesten hebben dat 95 procent van de tijd stilstaat!’ Dus als jij daar nu een andere keuze in maakt, dan heeft dat iets profetisch.”
Jouw boodschap is ook best heftig, namelijk dat we als Nederlanders slavernij in stand houden. Wat zeg je tegen lezers die zich nu verlamd voelen door schuldgevoel?
“Dat zijn twee dingen. Het ene is dat het schuldgevoel waar je onder gebukt gaat, eigenlijk een gevolg is van de erfzonde. We hebben die zonde overgeërfd omdat we in dit systeem van uitbuiting zijn geboren, daar kun je je bijna niet aan onttrekken. We zijn wel schuldig, maar dat moeten we niet té individueel opvatten, maar collectief opvatten.
Het tweede is dat er juist in het joodse en christelijke denken rituelen zijn gegeven om te dealen met erfzonde en het gevoel dat dat creëert. Leviticus 25 is daar een heel mooi voorbeeld van. Daarin gaat het over het Jubeljaar, een jaar waarin slaven en gevangenen werden vrijgelaten, schulden kwijtgescholden en land aan de rechtmatige eigenaar teruggegeven. Dat is echt een collectief ritueel, waarbij alle mensen samen tegen God zeggen: ‘Het is ons samen niet gelukt om er een rechtvaardige samenleving van te maken.’ God geeft steeds weer de mogelijkheid om opnieuw te beginnen en stapjes in de goede richting te zetten. We mogen niet wegkijken van onrecht, maar we hoeven niet alles in één keer te veranderen, we mogen dat stapsgewijs doen. Daar zou in kerken vandaag de dag meer aandacht voor mogen zijn. Niet alleen voor individuele zonden, zoals roddelen, maar ook onze schuld als samenleving.”
Hoe zorg je dat je niet verslapt in de strijd voor gerechtigheid?
“Door in aanraking te blijven met verhalen van de mensen aan de andere kant van de kloof. Dat is trouwens wel lastig. Want in de media worden die verhalen vaak weggehouden of komen ze niet voor. Dus moet je zelf op zoek gaan naar die verhalen. Mijn advies is om je in te schrijven voor nieuwsmails van organisaties die zich inzetten tegen moderne slavernij. En bij veel fair chain producten kun je via een QR-code de herkomst van die producten zien. Dan ontdek je dat er achter jouw eerlijke koffie of chocolade mensen zitten die blij zijn omdat ze eindelijk perspectief hebben en zich aan armoede hebben ontworsteld. Dan besef je: hier draag ik aan bij door voor deze producten te kiezen!”
Hoe blijf je hoopvol?
“Uiteindelijk is het een geestelijke strijd. Het huidige economische systeem is gebaseerd op een geloof. Het is een geloof, dat wordt uitgedragen door de hogepriesters van dit geloof, economen, compleet met mythische verhalen. Bijvoorbeeld het verhaal dat mensen in slavernij nog slechter af zijn als we die oneerlijke producten niet kopen. Dat ze tenminste werk hebben en ze uiteindelijk hogerop kunnen komen. Maar dat wordt al decennialang gezegd. En al die tijd is er voor arbeiders in het mondiale zuiden geen perspectief gekomen. Ze worden zo zwaar uitgebuit, dat ze niet eens de ruimte of energie hebben om zich te verzetten.
Toch ben ik hoopvol. Ik geloof dat de Heilige Geest in die geestelijke strijd betrokken is om ook die legitimatie van het systeem van de boze in twijfel te trekken en te bestrijden. Dus we staan niet alleen! Bovendien kan de Geest op een verborgen manier werken. In de geschiedenis zie je dat de legitimatie van een bepaalde heerser of systeem in heel korte tijd kan instorten. Dat kan in no-time
gebeurd zijn. Daarom mogen we nooit de hoop verliezen. We staan niet alleen. En ineens kan zich een geest van mensen meester maken die veranderingen bewerkstelligen waar je al jaren op wacht en aan werkt. Dat onzichtbare werk van de Heilige Geest is mijn bron van hoop. Daar kunnen we ons als instrument voor laten inzetten. Dus voel jij boosheid en verontwaardiging over moderne slavernij? Dat zou heel goed het werk van de Heilige Geest kunnen zijn.
Wat mij het meeste bijblijft aan het eind van de dag, zijn niet cijfers en onderzoeken. Nee, het zijn de verhalen waarin ik een glimp van het werk van de Geest heb gezien. Dan besef ik: wacht, er is hoop! Al heb ik geen idee hoe, maar ergens op de achtergrond is de Geest bezig om het kwaad te overwinnen.”
Tekst: Gertjan de Jong
Dit interview verscheen eerder in het boek 'Recht doen' van Esther van Lunteren. Deze guide – ontstaan uit het hart van het online platform Zij Lacht en International Justice Mission – roept vrouwen op om in het eigen leven verschil te maken en biedt daar concrete, praktische tools voor. Het boek is hier te bestellen.