Jun Hao (32) uit Maleisië was wanhopig op zoek naar werk nadat hij door de coronapandemie zijn baan was kwijtgeraakt. Eind 2022 zag hij op Facebook een advertentie voor een baan bij een klantenservice in Cambodja. Het werk leek perfect bij hem te passen.
Na een online sollicitatie werd hij aangenomen. Hij kreeg vliegtickets en reisde naar Cambodja om aan zijn nieuwe baan te beginnen. Eenmaal op het kantoor realiseerde hij zich dat hij was bedrogen. “De baas deed de deur op slot en ik realiseerde me dat ik geen kant op kon. De baas zei dat hij mijn paspoort zou bewaren uit ‘veiligheidsoverwegingen’.” Jun Hao zag veel werknemers op social media chatten over investeringen. Hij besefte dat ze bezig waren met online oplichting.
Cyberslavernij komt veel voor in Zuidoost-Azië en is een van de meest complexe en snelst groeiende vormen van moderne slavernij ter wereld. Slachtoffers komen voornamelijk uit Azië, maar ook uit Afrika, Europa en Latijns-Amerika. Zwendelcentra zouden miljarden verdienen met hun duistere business.
Jun Hao werd opgesloten in een compound met duizenden mensen. Het complex bestond uit 25 gebouwen van elk 11 of 12 verdiepingen, omringd met prikkeldraad. Hij kwam in een team dat zich bezighield met romance scams. Ze moesten Westerlingen lokken met romantische chats en ze daarna verleiden hun geld te steken in valse crypto. Nieuwe werknemers kregen trainingen van supervisors over de scams, welke strategieën het beste werkten en wat ze in de chat moesten zetten.
Werknemers hadden dagelijkse targets en moesten vaak tot diep in de nacht doorwerken. Als arbeiders klaagden of probeerden hulp te zoeken, werden ze geslagen en gestraft. Fysieke straffen begonnen met push-ups en squats. Als je drie keer werd betrapt op geeuwen, dan werd er 50 dollar van je loon ingehouden. Jun Hao: “Ik was geschokt en bang. Met elektrische wapenstokken brachten ze mensen schokken toe tot ze erbij neervielen.”
Soms werden mensen drie dagen of langer opgesloten in donkere kamers. Als een arbeider niet waardevol genoeg of te lastig werd bevonden, werd hij verkocht aan een andere compound. Jun Hao hoorde dat deze cyclus zich herhaalde totdat de arbeider werd verkocht op de zwarte markt voor organen, of werd gedood.
“Als ik mijn target niet haalde, wist ik dat de baas me zou slaan,” vertelt hij. “Sommige mensen probeerden te ontsnappen. Eén man sprong van de vijfde verdieping naar buiten. Zelfs met gebroken benen stond hij op en ontsnapte. Ik denk dat zoiets voor altijd in mijn geheugen gegrift zal staan. Het was echt verschrikkelijk en onmenselijk.”
Jun Hao vreesde voor zijn leven en zocht hulp bij een liefdadigheidsinstelling. Hij deelde zijn locatie binnen de compound waar hij vastzat en stuurde een kopie van zijn paspoort als bewijs.
Helaas kregen Jun Hao’s supervisors hier lucht van en verkochten hem aan een ander bedrijf. Opnieuw werd hij ondergebracht in een compound. Dit nieuwe bedrijf deed niet aan romance scams, maar aan online gokken en handel in cryptovaluta. Wilde hij op vrije voeten komen, dan moest hij 11.000 Amerikaanse dollars op tafel leggen - geld dat Jun Hao niet had en ook nooit zou kunnen verdienen.
In een laatste wanhoopspoging zocht Jun Hao via Twitter contact met International Justice Mission. Tot in detail beschreef hij zijn situatie. “Ik dacht dat de kans heel klein was dat het iets zou opleveren,” zegt hij. “De eerste keer dat ik hulp zocht, was ook slecht afgelopen. Toch wilde ik het proberen.”
IJM schakelde de Cambodjaanse politie in en uiteindelijk werd Jun Hao bevrijd. IJM heeft meer dan 350 mensen zoals Jun Hao geholpen die slachtoffer bleken te zijn van gedwongen oplichting in Zuidoost-Azië.
Jacob Sims, directeur van IJM Cambodja: “We werken samen met overheidsinstanties en buitenlandse ambassades om te ondersteunen bij bevrijdingsoperaties en slachtoffers te repatriëren. Daarnaast leggen we contact met partnerorganisaties om juridische en psychosociale ondersteuning te bieden. Om een einde te maken aan deze misdaad, is het van het grootste belang dat de daders ter verantwoording worden geroepen.”
Na overleg met de Maleisische ambassade werd Jun Hao in Maleisië herenigd met zijn familie. Momenteel verblijft hij in Thailand en werkt bij een online klantenservice. “Ik ben het IJM-team echt dankbaar dat ze me hebben geholpen,” zegt hij.
Tegenwoordig gebruikt Jun Hao's zijn stem om de misdaad van cyberslavernij wereldwijd onder de aandacht te brengen en strijdt hij samen met IJM voor hervorming in de rechtspraak. “De wereld moet weten dat dit soort dingen gebeuren. Deze duistere praktijken vinden elke dag plaats.”