Haar telefoon gaat. Ze zet hem onmiddellijk uit. “Of het niet dringend is?” Lachend zegt ze: “Nou, ik ben nu met belangrijke dingen bezig. Die beller kan wachten.” Met ‘belangrijke dingen’ doelt Alice op het interview dat ze geeft, over haar ervaring als survivor van huiselijk geweld. Alice is vooral trots op haar verhaal - hoe ze moedig de reis naar gerechtigheid ondernam en haar twee zonen, nu 7 en 12 jaar oud, zonder angst of intimidatie opvoedt.
Alice is geboren op 1 januari 1991 als tweede in een gezin van negen. Ze groeide op in Pader, Noord-Oeganda, waar haar overleden vader soldaat was en haar moeder nog steeds boerin is.
Op het hoogtepunt van de oorlog van de Lord's Resistance Army (LRA) in Noord-Oeganda gingen Alice en haar broers en zussen van school. De LRA was een beruchte rebellengroep die duizenden burgers in de regio vermoordde en duizenden kinderen ontvoerde om ze te gebruiken als soldaten of voor seksueel misbruik. De oorlog, die begon in 1986, duurde bijna twintig jaar.
Alice herinnert zich dat haar familie in voortdurende angst leefde. In 2005 besloten ze dat het veiliger was voor de kinderen om thuis te blijven. “Ik was 14. De situatie was gespannen. Het werd met de dag riskanter om van en naar school te gaan,” vertelt ze. Na schooltijd hielpen Alice en haar broers en zussen haar moeder met klusjes. Alice genoot er vooral van om kleding te repareren.
“Rond die tijd ontmoette ik mijn partner,” vertelt ze. “Ik had gehoord dat hij voor een mensenrechtenorganisatie werkte. Hij was vriendelijk. Toen hij me overhaalde om een relatie met hem aan te gaan, accepteerde ik dat. Ik besloot bij hem in te trekken. Toen vertelde hij me dat we naar het Arua district, in het noordwesten van Uganda, zouden verhuizen omdat hij daarheen was overgeplaatst door zijn werkgever.”
Hoe reageerde haar moeder op dit besluit van haar 14-jarige dochter? Alice: “Ik ging gewoon weg zonder het iemand te vertellen. Mam wist het niet. Later hoorde ik dat mijn verdwijning een tol eiste van mijn moeder. Ze was radeloos.”
Aan de buitenkant leek de relatie tussen Alice en haar man oprecht, maar daarachter schuilde een harde realiteit. “Hij zorgde voor eten en andere basisbehoeften. Maar telkens als hij naar zijn werk ging, sloot hij me op in huis. Pas als hij thuiskwam, deed hij de deur weer open. Ik mocht met niemand praten, zelfs niet met mijn naaste buren. Ik voelde me een gevangene, maar er was niets wat ik kon doen.”
Nu beseft ze dat de man dit waarschijnlijk deed om te verbergen dat hij, een zogenaamde mensenrechtenverdediger, een minderjarig meisje aanrandde.
“Twee jaar lang wist mijn familie niet waar ik was. Ik kreeg mijn eerste kind en tegen de tijd dat ik ging bevallen, was mijn partner overgeplaatst naar Gulu in Noord-Oeganda en moesten we verhuizen," vertelt ze.
Uiteindelijk kon
ze weer contact maken met haar familie. “Mijn oudere broer deed er alles
aan om me op te sporen. Uiteindelijk vond hij mij. Inmiddels was ik al moeder en
mijn familie liet het daarbij.”
“Toen we ons in Gulu vestigden, verloor mijn partner al snel zijn baan en
ik wist niet waarom. Mijn leven veranderde compleet. Hij kwam zelden thuis
en ik hoorde dat hij affaires had met andere vrouwen. Hij zorgde zelden voor
iets thuis. Ik
probeerde vol te houden, maar het was moeilijk. Toen ik mijn tweede kind kreeg,
voelde ik dat ik een baan moest zoeken om mezelf te onderhouden. Dus begon ik
langzaam, stap voor stap, met het verkopen van groente en fruit op de markt.”
Naarmate de tijd verstreek, hadden Alice en haar partner steeds minder contact. “Hij was nooit thuis,” zegt Alice. “Maar als hij langskwam en me dan met iemand zag praten, viel hij me fysiek aan. Hij klaagde ook over mijn werk als marktverkoper en zei dat verkopers graag roddelen en niet te vertrouwen zijn. Om het minste en geringste mishandelde hij mij.”
Op de avond van
24 maart 2018 was Alice thuis met haar kinderen toen haar partner thuiskwam.
Hij was ongeveer twee weken weg geweest zonder enige communicatie. Het gezin at
samen. Later die avond sprak Alice met hem over de kinderen en het schoolgeld dat betaald moest worden. “Onze zoon was van school gestuurd omdat het schoolgeld te laat was
betaald. Ik stelde voor dat hij een gesprek zou hebben met de schooldirecteur
om te pleiten voor kwijtschelding of een betalingsregeling. Hij
wilde weten waarom ik hem om geld vroeg terwijl ik een baan had. Hij zei: ‘Als
het geld dat je op de markt verdient niet genoeg is, moet je naar de pub
gaan en je lichaam verkopen voor de kost!’ Ik kon mijn
oren niet geloven. Woedend vroeg ik: Vertel je me dit echt als je
vrouw?”
Dit resulteerde in een heftige woordenwisseling tot diep in de nacht, waarna de man Alice te lijf ging. Ze bleef zwaar gekneusd achter, met een opgezwollen gezicht en linkeroog, een tand uit haar mond, littekens in haar nek en wonden op haar handpalm. Ze had ook ernstige pijn in haar borst vanwege de aanval. Haar kleine kinderen huilden hulpeloos toen ze de mishandeling zagen.
Alice breekt
in snikken uit als ze terugdenkt aan die nacht. Na een paar minuten lukt het haar om verder te vertellen: “Ik was er
slecht aan toe. Ik bleef twee dagen thuis en de huisbaas verzorgde me en
voorzag ons van eten. Mijn partner verdween na het incident en kwam niet meer
terug. Ik wilde hem bellen om me te helpen en geld te geven voor medische
behandeling, maar zijn telefoon was niet bereikbaar. Toen besloot ik om
aangifte te doen. Ik heb eerst aangifte gedaan bij de gemeenteraad voordat ik
naar de politie ging.”
Ze meldde het incident op 27 maart 2018. “De politie zag dat mijn toestand niet goed was en ze hebben me geholpen,” zegt Alice. “Een lid van de gemeenteraad steunde me. Hij vertelde de politie hoe moe ik was door het leven met een gewelddadige partner. En ik wilde ondersteuning om toegang te krijgen tot de rechter en mijn leven weer op te bouwen. Daarom nam de politie contact op met IJM.”
“De mensen van IJM waren bezorgd om mij toen ze mij ontmoetten. Ik voelde dat ze gaven om wat ik doormaakte. Ze praatten met me op een vriendelijke en respectvolle manier, net zoals jullie nu met me praten,” voegt ze eraan toe.
IJM steunde haar om gerechtigheid na te streven en bood haar psychosociale steun, waaronder voedselhulp en zorg voor basisbehoeften, medisch onderzoek, professionele counseling en therapie voor haarzelf en haar kinderen.
Alice herinnert zich dat het ongeveer een maand duurde voordat de dader werd gearresteerd. “Hij was ondergedoken. Niemand wist waar hij was. Ongeveer een maand lang was de politie naar hem op zoek. Toen hij werd gearresteerd, was ik blij. Eindelijk zat de persoon die me zoveel problemen bezorgde achter de tralies. Hij zou me niet meer kwellen.”
Op 27 april 2018 werd de dader in voorlopige hechtenis genomen, nadat hij was aangeklaagd voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en diefstal - hij had geld van Alice gestolen voordat hij vluchtte op de avond van de mishandeling. Op 6 juni 2018 bekende hij en werd hij veroordeeld tot een taakstraf van drie maanden, bij werkweigering zou dit een jaar gevangenisstraf worden.
Ook moest hij het geld dat hij had gestolen terugbetalen. De rechtbank droeg hem ook op om de medische rekeningen van Alice te betalen voor de verwondingen die ze had opgelopen als gevolg van de fysieke mishandeling.
Alice herinnert zich de dag van de uitspraak nog goed. “Hij zat al meer dan een maand in voorarrest. Toen ze hem naar de rechtbank brachten, vertelde hij de rechter dat hij zou veranderen en voor ons zou zorgen. Ik vond de straf laag, maar ik heb dit alles aan God opgedragen. Ik had al besloten om hem te laten gaan. Toen hij werd vrijgelaten, kwam hij nooit meer thuis. Ik had besloten dat ik alleen kon staan en alleen mijn kinderen kon opvoeden.”
Een paar jaar na deze zaak ging de dader naar het huis van Alice en nam de kinderen mee zonder haar medeweten en toestemming. Alice had de reis naar de rechter al eerder ondernomen en was nu nog vastberadener. Ze deed meteen aangifte bij de politie.
“De dag dat hij mijn kinderen meenam, was ik aan het werk op de markt. De politie spoorde hem op en ontdekte dat hij een andere relatie had. Mijn kinderen werden mishandeld, ze zagen er ellendig uit. Door tussenkomst van de politie kreeg ik mijn kinderen terug.”
“Vandaag de
dag is hij volledig uit ons leven verdwenen. Ik zorg voor de kinderen en ze
doen het goed op school.” Met een stralende lach voegt ze daaraan toe: “Ik heb
ook een nieuwe relatie waarin ik me gerespecteerd en gewaardeerd voel. Hij
behandelt me goed en ik verwacht mijn derde kind.”
Bij haar kraam op de drukke Cereleno Markt vlakbij de snelweg Gulu-Kampala zit Alice rustig onder een parasol, omringd door zakken met levensmiddelen die ze verkoopt. Het is ongeveer twee uur in de middag. De zon schijnt fel. Ze is peulvruchten aan het sorteren als we aankomen voor het interview. Alice heeft niet alleen haar zaak uitgebreid, ze is sindsdien ook overgestapt van de verkoop van vers fruit en groenten naar gedroogd voedsel en granen, waaronder rijst, zongedroogde cassave, maïs, noten en verschillende soorten bonen. Deze zijn langer houdbaar en er is veel vraag naar, zegt ze. “Ik wil mijn bedrijf laten groeien. Ik vind het geweldig.”
Alice heeft haar verhaal gedeeld met een paar vrouwen in gewelddadige relaties en hoopt dit te kunnen blijven doen. “Er is een vrouw die overwoog zichzelf van het leven te beroven. Ik heb mijn verhaal gebruikt om haar ervan te overtuigen dat het mogelijk was om uit het geweld te komen. Het leven draait niet alleen om mannen. Zelfs in je eentje kun je iets doen. Je kunt tot bloei komen,” zegt Alice.
Alice doet een beroep op de publieke instellingen om empathie te hebben voor survivors van geweld. Alice: “Er zijn mensen die zich inzetten voor waarheid en eerlijkheid. Ik heb misschien geluk dat ik bij de juiste mensen terecht ben gekomen. Maar dit is niet altijd het geval. Tegenwoordig zijn er mensen, zelfs advocaten en gerechtsfunctionarissen, die misbruik willen maken van kwetsbare mensen. Op zo’n plek is het moeilijk om gerechtigheid te bereiken.”
Ze besluit: “IJM heeft mijn geest geopend voor veel dingen. Op het moment dat ik het gevoel had dat ik er alleen voor stond, lieten ze me zien dat ik kracht heb om zelfs in mijn eentje te overleven.”