Vorige maand werden in Zuid-Azië een man en vrouw bevrijd die drie jaar lang werden uitgebuit op een sinaasappelplantage. Dit was de allereerste bevrijdingsoperatie in dit district. De operatie werd uitgevoerd door de lokale politie en ondersteund door IJM en ROPES (Rural Organization for Poverty Eradication Services).

Het echtpaar was door een vrouw geronseld met de belofte van goed werk en huisvesting. Van die belofte kwam echter niets terecht. De vrouw verkocht hen voor een bedrag van (omgerekend) zo’n 1000 euro aan de eigenaar van de boomgaard.

In de boomgaard moesten ze dagelijks vijftien uur werken - zonder fatsoenlijk loon, schoon water of een degelijk onderkomen. Hun slaapplek was een geïmproviseerde tent. Ze moesten zorgen voor de plantage, die zo groot was als vier voetbalvelden, en voor de twee koeien van de eigenaar. Nu en dan kregen ze een klein geldbedrag van de eigenaar, die hij vervolgens optelde bij hun ‘schuld’. De man en vrouw mochten niet naar huis. Als ze toch vroegen om verlof of loon, werden ze bedreigd en mishandeld.

In januari vroegen ze toestemming om een groot familiefeest bij te wonen, maar de eigenaar weigerde ook ditmaal. Wanhopig vroegen ze hun familie om hulp. Een familielid zag de ernst van hun situatie in en sloeg alarm bij IJM, die samen met IJM-partner ROPES de autoriteiten inschakelde.

Op 12 februari 2025 bevrijdden de autoriteiten het echtpaar en gaven een officiële vrijlatingsverklaring, waarmee hun valse schuld werd kwijtgescholden. De eigenaar van de plantage, een invloedrijk politicus, probeerde de bevrijding te dwarsbomen. Tevergeefs: de autoriteiten hielden stand en dienden een aanklacht tegen hem in.

Na hun bevrijding kregen de slachtoffers voedsel en begeleiding naar huis. Deze succesvolle bevrijdingsoperatie is een belangrijke stap in de strijd tegen moderne slavernij en uitbuiting in de regio.